Lake Titicaca en La Paz (Bolivia)
Door: Martina
Blijf op de hoogte en volg Martina & Bas
24 Maart 2013 | Bolivia, La Paz
We zijn bang dat we moeten aankondigen dat dit ons ALLERLAATSTE verslag is van deze reis.... Ondanks dat het einde al een tijdje in zicht was toch echt bizar! Maar goed, we hebben de afgelopen week nog genoeg meegemaakt, dus terug naar zondag 17 maart.
Eenmaal terug in Cusco vanuit de Amazone merken we gelijk weer dat we op hoogte zitten. Kortademig en na elke 100m lopen doodmoe. Maar goed, dit is onze laatste dag in Cusco en we willen toch graag nog wat zien, dus even wat thee van cocabladeren en de straat op. Als we nog geen 50m van het hotel zijn komen we op de hoek van de straat Justin tegen. Een jongen waar we een tijdje mee gereist hebben tijdens onze cruz the coast tour in Brazilie. Echt bizar hoe ons dat toch blijft overkomen om mensen waar we al eerder mee gereist hebben tegen te komen. Je hoeft maar 5 minuten eerder of later weg te gaan en je ziet ze niet....
Goed, we praten even wat over wat hij na carnaval allemaal gedaan heeft en wij en gaan vervolgens weer ieder onze eigen weg. Eerst uiteraard opnieuw naar de Starbucks. Na daar wat gedronken en gegeten te hebben gaan we door naar the oude Inca Tempel of the Sun, tegenwoordig ook wel beter bekend als het Santo Domingo klooster dat boven op de ruines van deze tempel is gebouwd door de Spanjaarden. Het museum in het klooster laat een aantal van de originele inca muren zien, een aantal schilderijen uit het klooster en replica’s van goud en zilver dat er vroeger te vinden was. Ik (Martina) heb echt heel erg veel last van de hoogte en zit meer dan dat ik door het museum loop. Na het museum gaan we dan ook even terug naar het hotel (het regent dan inmiddels) voor nog een kopje coca thee. Daarna gaan we vlakbij bij een Italiaantje die Bas al eerder had gezien snel wat eten en vervolgens slapen.
Op maandag 18 maart hebben we weer een dagje reizen voor de boeg. De dag begint dan ook weer eens midden in de nacht (5.30h). Er staat namelijk een busrit van 7 uur naar Puno op het programma. Gelukkig blijkt het een zeer luxe bus (vergelijkbaar met de nachtbussen in Argentinie) met toilet aan boord. De route onderweg is prachtig. Zeer mooi landschap en mooi weer. We passeren de Altiplano en zijn rond 15.15h in Puno. Daar checken we snel in en doen een orienterende stadswandeling. Puno stelt niet zo heel veel voor, het is meer en gateway naar Lake Titicaca. Daar gaan we dan ook de volgende dag (19 maart) met gemengde gevoelens naartoe. We hebben erg veel zin in het lake, maar er zit een homestay bij en dat ziet vooral Bas nog niet erg zitten.
Voordat we met een bootje het lake opgaan hebben we eerst per soort van bakfiets een transfer naar de haven. Dit zijn fietsen met stoeltjes voorop waar je met z’n 2-en in kan zitten. Het is dat ik m’n trouwjurk en Bas z’n pak niet bij zich had, maar dus toch nog op deze mnaier voor ons ‘huwelijk’ een bakfiets, haha.
Goed, het tochtje over het lake begint met een stop bij de Floating Islands (of ‘Los Uros’). Er zijn in dit gebied ongeveer 70 van dit soort eilandjes en het eiland dat wij bezoeken heet Isla Quechua en daarop wonen 6 families. Elk eilandje heeft een eigen ‘president’ en de president van dit eiland legt ons uit hoe ze de eilanden bouwen van riet, wat ze doen en hoe ze leven. Het is net een soort Giethoorn. Na zijn uitleg gaan we met 1 familie mee om het huisje te bekijken. Wij lopen mee met de eilandoudste (een vrouw van 70) die naast haar rieten hutje een zonnepaneel heeft staan en in haar hutje een stereotoren en kleine tv. Bizar! Zij kleedt mij daarna in de lokale kleding en we gaan samen op de foto.
Na dit bezoekje varen we met een catamaran van riet naar het hoofdeiland. Bas mag ook nog even roeien. Vervolgens met onze ‘eigen’ boot nog 3 uur varen naar Amantari eiland waar we vannacht ook zullen verblijven. Dit eiland bestaat uit 10 gemeenschappen en elke keer wordt een andere gemeenschap gebruikt vor de homestay (per roulatie) zodat iedereen profiteert van het tourisme hier.
Als we aankomen is het er een drukte van belang. Iedereen wordt verdeeld over de verschillende families uit de gemeenschap en wij blijken met de presidente van het stel (Lyvia) mee naar huis te gaan. Als we daar aankomen wijst ze de kamer aan (primitief maar best prima en met 3 grote bedden) en gaan we lunchen. Zij woont hier met haar ouders, man, kind en 2 zussen. Alleen de vrouwen zijn echter thuis want de mannen (haar man en vader) zijn in Puno zoals we begrijpen en die komen pas de volgende dag terug.
Het uitzicht vanaf de keuken waar we lunchen is werkelijk prachtig. Het huisje staat een beetje op een heuvel en heeft uitzicht over het lake. Vanwege de strak blauwe lucht is het echt prachtig. Vlak voor de lunch geven we een cadeau aan de familie dat in ons geval bestaat uit een voedselpakket met aluminiumfolie, olijfolie, wasmiddel etc. Katharine (dochtertje van 3 van Lyvia) had op chocola gehoopt (er werd ons echter in Puno geadviseerd geen snoep voor de kinderen mee te nemen) en als blijkt dat we dat niet hebben wordt ze nogal vervelend. Ik heb wel nog een keykoord voor haar, maar die smijt ze over tafel... wij lachen er maar om!
Na de lunch gaan we met Lyvia naar het sportveld waar we ook alle anderen mensen uit onze groep en hun ‘pleegmoeders’ weer ontmoeten. De heren gaan hier op grote hoogte (we zitten op zo’n 3800m) voetballen tegen de lokalen. De Gringo’s (zoals wij blanken ook wel genoemd worden) winnen het uiteindelijk, maar moeten wel na een half uur opgeven omdat uithoudingsvermogen op deze hoogte nogal een uitdaging is. Daar hebben lokalen dus bijna geen last van.
Na het potje voetbal gaan we naar de top van het eiland voor een uitzicht over het lake en de zonsondergang. Het is een behoorlijke klim, maar als je het vergelijkt met de Inca Trail is het peanuts. Het uitzicht op de top is de klim zeer waard want je ziet vanaf de top niet alleen de Peruaanse, maar ook de Boliviaanse kant van het lake (Lake Titicaca is de natuurlijke grens tussen deze twee landen). Op de top staat tevens een pre-inca tempel die voor speciale rituelen nog door de lokale bevolking wordt gebruikt.
Vlak voor de zon onder is lopen we terug naar beneden. Op het centrale plein van het eiland (het is inmiddels vrij donker) worden we door Vicky (de zus van Lyvia) opgehaald om terug naar het huis te gaan. Daar eten we met z’n vijfen (wij, Lyvia, Vicky en de moeder Clara) en proberen we wat met elkaar te praten (het scheelt dat ik nog wat woorden Italiaans kan want bij andere gastgezinnen schijnen nogal eens grote stiltes te vallen).
Na het eten wordt ik door Vicky in de originele kledij gehezen. Een witte blouse met kleurige geborduurde bloemen, een knalroze hoge doort van hoepelrok en een soort van sherp. Met name de rok en sherp zitten echt strak, niet normaal! Net een corset. Bas krijgt vervolgens een kleurige poncho aan en muts op. Daarna gaan we met het jongste zusje (Janet) naar de feestzaal waar we wederom alle anderen uit onze groep terffen die uiteraard ook in de lokale kledij zijn gehezen. De feestavond begint met een lokale band en lokale dans (dat bestaat uit een soort van hupsen en lopen in een grote sliert) en wij ontkomen er uiteraard niet aan ook mee te doen. Rond half 10 is iedereen van onze groep bekaf (ook dansen op deze hoogte is zwaar!) en gaan we terug naar onze gastgezinnen. Het is inmiddels behoorlijk afgekoeld maar we hebben 3 grote hele zware (mij te zwaar) dekens gekregen en een slaapzak bij ons. Aangezin het toilet achter het huis is staat onder elk bed een po, deze hebben we gelukkig niet nodig... zelfs ik niet, haha.
De volgende ochtend ontbijten we om 7 uur (de dames zijn dan al zeker een uur op het land aan het werk) en iets voor 8 uur brengt Vicky ons nadat we een foto van de familie hebben gemaakt en zelfs nog een knuffel van 3 jarige Katherine krijgen, terug naar de boot. De homestay viel al met al heel erg mee!
We varen in een uurtje naar het volgende eiland, Taquille. Hier opnieuw een heuvel op (alsof we dat nog niet genoeg gedaan hebben) naar het centrale plein. Bijzonder aan dit eiland is juist de klederdracht van de mannen (en niet de vrouwen) en het feit dat de mannen hier breien en de vrouwen het wol spinnen (in plaats van andersom). Vanaf het centrale plein hebben we een mooi uitzicht op het eiland waar we vandaan komen en wederom Bolivia. We lunchen vrij vroeg bij een lokale familie (opnieuw per roulatie) waar we uitleg krijgen over de klederdracht. Als mannen een geheel rode muts dragen betekend dit getrouwd, bij half rood en half wit betekend dit vrijgezel en felgekleurd betekend een official. Na de lunch aan de andere kant van het eiland met zo’n 580 traptredes naar beneden terug naar de boot. Geen knieband bij me, dus zoveel traptredes zijn niet echt een succes, maar we komen heelhuids beneden. Vanaf de haven begint een 2,5 ur durende boottocht terug naar Puno.
We komen rond 15.30h aan en blijken vannacht in een 4* hotel te slapen! We bezoeken hier nog even de kathedraal (erg mooi van binnen, maar er begint net een dienst dus we blijven maar even) en gaan daarna boven op het centrale plein met uitzicht op de kathedraal eten. Aangezien we vrij vroeg terug zijn kijken we in het hotel nog een aflevering van flikken Maastricht (we zijn nu weer helemaal bij!) en gaan slapen want donderdag 21 maart wordt wederom een midden in de nachtje...
Ik heb ook nog eens de hele nacht last gehad van m’n maag en darmen, dus sla het ontbijt over. Bas gaat wel en zoals ik al zei sliepen we in een 4* tent, dus het was de beste tot nu toe... Nou ja, pech.
We kopen bij een bakkertje om de hoek nog wel even snel wat broodjes als lunch voor we wederom aan een lange busreis naar onze eindbestemming: La Paz in Bolivia gaan beginnen.
De bus (primitiever dan de vorige naar Puno) vertrekt om 8 uur en tegen 10.30h zijn we bij de grensovergang. Dit gaat redelijk eenvoudig maar uiteraard wel zeer rommelig. Je moet dus eerst naar een soort van politiehokje in Peru voor een stempel op je exit card, daarna naar de immigratie van Peru waar ze je exit card innemen en je paspoort stempelen en vervolgens loop je dan 300m naar de daadwerkelijke grens waar je weer naar de Boliviaanse Immigratie moet voor een entry stempel. Ondanks dat onze bus vol zat zijn we na een klein uurtje alweer op weg en in Bolivia!
Deze bus rijdt nog zo’n 10km door tot Copacabana (dit is de originele waar de Copacabane in Rio op is gebaseerd). In Copacabana moeten we een uurtje wachten op de volgende bus naar La Paz. Er is nog even tijd om te lunchen (hadden wij bij ons) en koffie (zeer sterk!). Om half 2 vertrekt de nog primitievere en kleinere bus naar La Paz. Na een half uur rijden zijn we bij een soort van pontje over een uitstulpsel van Lake Titicaca. De bus gaat op een andere boot dan wij en als we de houten vlonders (want meer is hetniet) zien, begrijpen we al snel waarom. De overtocht van nog geen 10 min gaat echter vrij snel, dus na een half uurtje zijn we alweer opweg. Daarna is het nog zo’n 2,5 uur rijden naar La Paz. Na zo’n 1,5 uur zijn we al wel in de buitenste (hoog) en armere wijken van de stad. Iris (tourleader) had gezegd dat je het beste rechts in de bus kon gaan zitten voor een mooi uitzicht over de stad en daar had ze zeker gelijk in. Omdat we nog vrij hoog zitten en het centrum van de stad in de vallei ligt hebben we een werkelijk prachtig uitzicht op de stad onder ons en de berg met sneeuw die er aan de andere kant bovenuit torent. In plaats van naar het busstation te gaan blijkt de bus ons vrijwel voor het hostel af te zetten dus om 17.15h zijn we op plaats van bestemming.
Om 18 uur heeft Iris een info meeting geregeld met iemand van Gravity mountainbiking voor de Death Road. Wij besluiten het te gaan doen (zo dadelijk meer). Daarna een kleine orienterende wandeling met de groep waarna wij vlak bij de kathedraal gaan eten. Prima eten, maar echt ruk bediening (maar goed, we zijn in Bolivia...). Daarna lekker slapen want de volgende ochtend dus de Death Road!
Goed, vrijdag 22 maart was het dan zover. Rond 7.45h worden we bij het hotel opgehaald. We zijn in totaal met 9 uit de groep die het gaan doen. Onze tourguide is een Australier in de categorie midlife crisis die alle schepen in Australie heeft verbrand om te reizen en nu een soort van nomaden bestaan in Zuid-Amerika leidt. De 2e tourguide is een Braziliaan die pas net (10 dagen) voor deze club werkt. We krijgen nog een keer uitleg over wat we allemaal kunnen verwachten terwijl de bus ons ondertussen naar 4.700m rijdt. Na ongeveer een uurtje zijn we daar!
4.700m, zo hoog zijn we nog niet eerder geweest en ook dat merk je aan de hoeveelheid (of weinigheid) aan zuurstof. Tevens is het hier vrij koud (uiteraard vooral m’n handen). De kou op hoogte is hier overigens niet te vergelijke met Europa omdat je hier veel dichter bij de evenaar zit dus kou op 4.700m is vergelijkbaar met kou op 2.500m in Europa.
Goed, we krijgen een beschermende broek, een jas, een bandera en onze fiets. Het zijn zeer zware fietsen (ongeveer 15km) die speciaal ontworpen zijn voor downhill activiteiten. Volgens Bas zijn het zeer goede fietsen. Nadat iedereen zijn fiets heeft dopen we onze fiets nog met alcohol en gaan we op weg. De eerste 22km van de tocht van vandaag is op asfalt dus zo kunnen we goed aan de fiets wennen. We stopen vrij vaak waarin de tourguides uitleggen hoe het volgende stuk van de route eruit zal zien en wat we daar kunnen verwachten. Tevens worden er ondertussen vele foto’s en filmpjes van ons gemaakt.
Na zo’n 22km fietsen aan het einde van het geasfalteerde stuk begint het te regenen.... Balen, want het leek boven op de top zo’n mooie dag te worden met strakblauwe lucht en zon. Zo zie je maar dat het als je eenmaal een berg over bent het weer aan de andere kan ineens heel anders kan zijn. Nou ja, na deze 22km komt er een 8km klim omhoog die Bas wel graag had willen doen, maar de meerderheid van ons niet, dus die slaan we over. De fietsen gaan weer op het dak en de bus brengt ons deze 8km over naar het begin van de daadwerkelijke ongeasfalteerde (gravel) Death Road. Dit is de oude weg die vroeger door het verkeer gebruikt werd (zo’n 400 voertuigen per dag) met aan de zijkant van de weg een diep ravijn en op sommige stukken een breedte van slechts 3m. Aangezien bussen die hieroverheen gingen uiteraard propvol zaten waren er ook altijd een hoop doden als de bus het ravijn in reed, vandaar de naam Death Road.
Het stuk dat we naar beneden moeten is zo’n 34 km en het regent nog steeds... Onderweg komen we lansg diverse afgronden (die we gelukkig vanwege de vele bewolking niet allemaal even goed kunnen zien), watervallen, landslides en rivieren over de weg. Eigenlijk zo’n beetje alles wat je ook verwacht hier.
Ondanks dat we inmiddels ook een poncho hebben gekregen om ons een beetje droog te houden ben ik tot op m’n ondergoed nat en blijken ook de timberlands van Bas niet bestand tegen het fietsen door rivieren en watervallen. Ook natte voeten dus!
Omdat de omstandigheden op deze weg snel kunnen veranderen stoppen we ook hier vrij vaak voor een korte briefing over het volgende stuk. Zo’n 10km voor het einde (we zijn inmiddels gedaald tot zo’n 2.700m) is het eindelijk droog en wisselen we onze poncho en jas voor een prachtig oranje hesje. Het is hier namelijk ook een stuk warmer dan boven. We zijn uiteindelijk om 14.15h allemaal heelhuids beneden. De enige akkefietjes in onze groep onderweg waren 1 uitglijder en 1 lekke band.
Beneden (1.200m) krijgen we als beloning een heerlijk koel biertje en wisselen we ons natte pak voor drogere luchtigere kleding (het is hier namelijk zo’n 25 graden). Na het biertje gaat de helft van de groep (inclusief Bas) alvast naar de Monkey Sanctuary waar de mogelijkheid bestaat om te douchen en waar we zullen lunchen. Ik ga met 4 anderen een klein stukje terug omhoog voor een zipline over de vallei. De zip gaat zittend of in spiderman houding (ik ga voor zittend) en bestaat uit 3 delen. Het eerste deel is het hoogst boven de vallei, het 2e deel het snelste en het 3e deel het langste. Het is echt best wel bijzonder en leuk!
Na de zip gaan ook wij naar de Monkey Sanctuary voor lunch. De douche slaan we over. Bas gaat nog mee met een soort van tour met uitleg over de soort apen die er zitten en hoe ze hier terrecht komen (meesten worden gered uit de illegale markt), terwijl ik zit te lunchen.
Om half 5 rijden we terug naar La Paz. Het is een tocht van zo’n 3 uur, maar doordat de president vandaag in La Paz was en daaromtrent allerlei festiviteiten hebben plaastgevonden is het verkeer in de stad een waar drama en doen we er uiteindelijk 5 uur over om terug bij het hotel te komen....
Omdat vandaag de laatste dag van de tour was zouden we met de hele groep gaan eten, maar de groep is uiteraard al lang in het restaurant en omdat het opnieuw hard regent hebben wij allemaal geen zin meer. Iris s wel zo lief geweest om op ons te wachten maar begrijpt het gelukkig. We gaan dus douchen en besluiten pizza te eten in het hostel. Bas regelt met de kok dat hij de keuken die eigenlijk om 22.00 dicht gaat voor ons wat langer openhoudt, maar we kunnen wel alleen maar pizza bestellen. Als we dat allemaal gedaan hebben blijkt hij nog maar deeg te hebben voor 1 grote en 3 medium pizza’s (tja, dit is Bolivia he), dus dan maar ouderwets verdelen. De groep komt uiteindelijk terug als wij nog aan het eten zijn, dus zo hebben we toch nog een beetje een afsuiting.
Gisteren (zaterdag 23 maart) voor het eerst in tijden weer eens een beetje uitgeslapen. Bas lukt het uiteraard niet dus die is er al om 7.45h weer uit, maar ik blijf nog vrij lang liggen. Het is onze laatste echte dag van de trip!
Na het ontbijt lopen we richting de San Fransisco kerk die we nog wel even willen bezoeken. Onderweg komen we door de souvenirs wijk en aangezien ik nog wel wat wensen heb gaan we winkel in, winkel uit. Voor de kerk drinken we nog snel even koffie. De kerk zelf blijkt vervolgens gesloten, maar het museum is wel open. Dan het museum dus maar. Deze blijkt ook langs het oude choir te komen, zodat we alsnog van boven een mooi uitzicht over de kerk hebben. We gaan ook nog even het dak op richting de kerktoren.
Daarna lopen we naar het Plaza Murillo waaraan alle regeringsgebouwen zich bevinden. Tevens woont hier een kolonie van een miljoen duiven. De duiven op de Dam zijn er werkelijk niks bij. Ondertussen proberen we met de pinpas van Bas ongeveer 12 pinautomaten, maar er is er geen die ons geld wil geven (opnieuw: dit is Bolivia). We vinden dan ook gelukkig een cafe om te lunchen die creditcard accepteert...
Daarna terug richting het hostel om mijn pinpas op te halen. We moeten tevens nog van onze zak kleding af. De receptioniste is voor ons bij een soort van weeshuis voor tieners gaan vragen of ze hier belang bij hebben en we blijken daar inderdaad van onze spullen af te kunnen. We gaan dus met mijn pinpas en de zak kleding op weg en vinden het weeshuis vrij snel. De mevrouw die open doet denkt eerst nog dat we dollars komen brengen, maar begint ook te glunderen als ze onze grote zak kleding ziet (ik heb werkelijk de helft van wat ik bij me had weg gegooit). Daarna opnieuw proberen te pinnen. Na 2 automaten hebben we met mijn pas gelukkig beet. De gespotte souvenirs kunnen nu dus werkelijk gekocht worden, joehoe!!
Als we langs het coca museum komen besluiten we vanwege onze hoge consumptie daaraan de laatste 2 weken toch even een bezoekje te brengen. Het is best leuk en interessant.
Daarna terug naar het hotel waar we om 19 uur opnieuw met de hele groep hebben afgesproken om toch nog ee afscheidsdiner te hebben. We zijn vroeg dus ik mooi nog even tijd om onze flightpacks te naaien. Deze zijn na 7 maanden namelijk niet meer helemaal in tact....
Om 19 uur gaan we naar hetzelfde restaurant als waar de helft van de groep vrijdag dus ook al was. Als we de kaart krijgen blijkt dat er een Nederlandse eigenaar opzit. Alle menu omschrijvingen zijn namelijk in het Spaans, Engels en Nederlands en er blijken ook bitterballen, gehaktbal met pindasaus, een kopstoot, bittergarnituurtje , hutspot etc. op het menu te staan. Aangezien we nu echt bijna naar huis gaan houden we het bij een steak en Nasi Ayam. Heel prima eten en ook nog eens top bediening (en dat in Bolivia).
We gaan rond half 10 terug naar het hostel, pakken onze laatste spullen in en gaan met gemengde gevoelens slapen (wat ons allebei niet echt lukt). Het zit er op. De reis van bijna 7 maanden of 201 dagen is ten einde. Nog 1,5 dag reizen te gaan en we zijn weer thuis!
Inmiddels hebben we de vlucht van La Paz terug naar Lima gehad en zitten we op Lima airport de komende 12 uur te wachten tot onze vlucht naar Amsterdam vertrekt. We hebben namelijk geen zin meer om de stad nog in te gaan dus doden onze tijd met koffie drinken, verslagen typen, foto’s selecteren en het verwerken van wat er in de afgelopen 201 dagen eigenlijk allemaal is gebeurd. Het was bizar, fantastisch, super leuk, avontuurlijk, sportief, maar soms ok moeilijk
Om nog een kleine resume en impressie te geven van wat we allemaal hebben gedaan hier nog wat feitjes op een rij:
- 3 continenten op het zuidelijk halfrond;
- 18 landen;
- 55 verschillende biertjes;
- 12.800 km in een overland truck in Afrika;
- Ongeveer 2.000 km met de auto in Zuid-Afrika;
- 5.998 km in de camper in Australie;
- 2.790 km met de auto op het zuidereiland in Nieuw-Zeeland;
- 21 vluchten (waarvan 1 scenic flight en nog 1 lange vlucht te gaan) met 11 verschillende luchtvaartmaatschappijen;
- 28 verschillende luchthavens;
- Ongeveer 2.050 km in een mini van in Brazilie;
- 3.015 km in verschillende overnight bussen in Argentinie; en
dan nog verschillende kilometers te voet (Inca Trail bijvoorbeeld), per metro, met de taxi en per boot.
We hebben dus op een ter land, te zee en in de lucht wijze het zuidelijk halfrond in de afgelopen 201 dagen goed verkend en ondanks dat we nog niet alles hebben kunnen zien was het fantastisch!
Wij willen ten slotte graag iedereen heel erg bedanken die ons heeft gevolgd, gesteund en heeft gereageerd op onze overkill aan lange verslagen. We hopen iedereen na onze terugkomst morgen snel weer te zien!
Liefs,
Martina & Bas
-
25 Maart 2013 - 17:13
Lucia:
met enige weemoed jullie laatste verslag gelezen. zuid-amerika is wel heel bijzonder.
als jullie in losser zijn denk je dat de tijd heeft stilgestaan,hier is bijna niets veranderd! het "bijna niets"zal harmen toegelicht hebben.
kusssssss,mama -
26 Maart 2013 - 14:06
Lydia:
Lieve Martina en Bas,
Jullie zijn terug! En ik ben nu pas in de gelegenheid om jullie laatste verslagen te lezen ;(! Hoe dan ook, ook van de laatste verslagen heb ik weer genoten, enigszins herkenbaar opnieuw maar vooral erg leuk! Nice pictures bovendien!
Omdat er voor jullie een einde is gekomen aan een heel bijzondere tijd (it's only once in a lifetime) ook van mijn kant maar eens wat dankwoorden om de pijn te verzachten: Dank jullie dus voor de fantastische verhalen, de foto's en het delen van jullie ervaringen! Ik heb er ernorm van genoten en droom er stiekem van om ook zoiets te ondernemen......
Tot snel onder het genot van een biertje of wijntje in het Utrechtse!
X Lydia
-
27 Maart 2013 - 11:10
Sas:
Ooohhh jullie zijn alweer teurg, maar was toch benieuwd naar de Death Road tour en Bas met zijn baard!! Is ie er inmiddels al af? Tot grote hoogtes op het eind! Dat mountainbiken klinkt wel echt vet stoer!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley