Peru: Colca Canyon, INCA TRAIL en Amazone - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Martina & Bas Koggel-Priekaar - WaarBenJij.nu Peru: Colca Canyon, INCA TRAIL en Amazone - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Martina & Bas Koggel-Priekaar - WaarBenJij.nu

Peru: Colca Canyon, INCA TRAIL en Amazone

Door: Bas

Blijf op de hoogte en volg Martina & Bas

17 Maart 2013 | Peru, Cuzco


Hallo allen.

Even niets gepost, we hebben een beetje een druk programma, dus vandaar dat het even op zicht liet wachten.

We gaan eerst weer even een stukje terug in de tijd. Naar donderdag 7 maart om precies te zijn. Op die dag zijn we rond 0830 vanuit Arequipa vertrokken naar de Colca vallei en Canon. Langzaamaan klimmen we richting 4800 meter omdat we eerst een bergpass over moeten om daar te komen. Van te voren hebben we samen met de gids coca-bladeren gekocht om op te kauwen. Dit schijnt te helpen tegen hoogteziekte (zelfde plant als waar ook Cocaine van gemaakt wordt...wij zijn inmiddels verslaafd...;-)).

Rond 3600 meter hebben we nog een stop voor een kopje coca-thee en om een zeldzame lama soort te bewonderen. Deze ‘beschermde’ en soort van wilde lama heet de Vicunas. De draagtijd van de baby-lama’s is ongeveer 11 maanden, en we hebben geluk, want juist rond deze tijd zijn de kleine lama’s ook te bewonderen. Ze zijn niet al te schuw en we zien er dan ook vele. Ze zeggen wel dat de wol van deze beesten een van de fijnste wolsoorten ter wereld is, en dat is ook te zien aan de prijs: circa 120 USD / kg. Toen het reservaat werd geopend (waar wij doorheen rijden) waren er nog zo’n 6000 en intussen is hun aantal al gegroeid tot circa 10 000. Net grote knuffels. De locale populatie beschermd en verzorgd de dieren. In ruil daarvoor krijgen ze een deel van de wol en deze wordt verwerkt tot allerlei producten: sjaals, sokken, mutsen, pantoffels etc. Even verderop zien we ook de ‘domestic’ lama: de Alcapa (ofwel de gewone huis-tuin en keuken lama zoals wij die kennen. En ja, hij spugt ook, maar daarover later meer).

Wij rijden langzaam door naar de top en alhoewel ik heel veel water drink merk ik aan mijn hoofd wel dat we stijgen (last van hoofdpijn). Gelukkig valt het wel mee. Martina heeft tot nu toe nog nergens last van (ook daarover later meer).

Op de top van het plateau (4800 mtr, volgens mij het hoogste waar wij ooit op land zijn geweest) is het gigantisch donker en bovendien hagelt het ook behoorlijk. Snel (voorzichtig) doorrijden dus. Gelukkig breekt verderop in het dal de zon al weer door. We rijden eerst naar Chivay (de provinciehoofdstad van de regio) en vervolgens door naar Coporaque, waar ons hotel staat. Het uitzicht over de vallei (vanuit de eetzaal) is schitterend en ook de lama ziet er heel aaibaar uit. Dit probeer ik (Bas) ook, maar de lama is daar niet van gedient en dus begint hij mij te bespugen... We lunchen buffet style en dit is echt een van de beste lunches tot nu toe.

Na de koffie hebben we nog even tijd om te relaxen en om 1500 uur maken we nog een kleine wandeling door het wel erg idyllische dorpje waar we verblijven. Vanwege de regen breken we vroegtijdig op. In de namiddag rijden we vervolgens terug naar Chivay voor een dip in een van de hotsprings. De naam zegt het al; een natuurlijke bron op 80 graden celsius in de bergen wordt gebruikt om een reeks aan baden te verwaremen. De setting is werkelijk prachtig en op circa 38 graden is het heerlijk badderen. Zelfs de aap gaat mee in bad. Vanwege de hoogte is het wel een beetje oppassen (uitdroging).

Terug in het hotel voelt Martina zich helaas niet zo goed en die komt dan ook voor de volgende morgen haar bed niet meer uit (vanwege de hoogte? – 3650 mtr, we denken van wel). Het buffet style diner is net zo goed geregeld als de lunch, dus dat is wederom genieten. Rond 2045 uur lig ik ook in bed (onder 3 dekens, het is hier namelijk koud!)

Vrijdag de 8e begint vroeg: om 0500 uur staan we op. Slapen op deze hoogte is geen feest, beide hebben we last van kortademigheid. Met name Martina heeft het erg zwaar deze ochtend. Rond 0600 uur rijden we richting de Canon del Colca. De weg ernaar toe is een ware scenic ride. Na circa 12 km houdt de weg op en begint de zandweg. De terrassen (voor farming) op de bergen geven heel mooi het relief weer (Martina slaapt ondertussen vooral). Langzaamaan rijden we langs een helling en wederom passeren we weer de nodige landslides en spontane riviertjes die half over de weg spoelen. De gids vertelt ondertussen het nodige over de streek (mede ook omdat ik zoveel vragen stel). De terrassen worden (vanwege de bereikbaarheid) met name met de hand (en dus traditioneel) bewerkt. Vroeger werd per pas geborene, door de hele gemeenschap 1 nieuw terras gecultiveerd van circa 4000 m2, genoeg om van te leven (voor 1 pers.). Van de opbrengst is tegenwoordig circa 1/3 voor eigen gebruik, 1/3 voor de ruilhandel en 1/3 voor de export / verkoop (bv. naar Arequipa).

Rond 0800 uur stappen we uit de bus en maken we een kleine wandeling. De rivier dendert op circa 1200 meter onder ons langs en wij lopen op circa 3600 meter. Er zitten hier allerlei vogels: een soort zwaluw look-a-like, een grote roofvogel en natuurlijk de Condor, dat is ook mede de reden waarom we hier zijn. In het begin zien we ze nog niet. We wachten een uurtje en uiteindelijk zien we ze in het dal op de thermiek langzaam omhoog klimmen (spanwijdte: circa 3 mtr (!)). De afstand is vrij groot, dus echt veel bruikbaar fotomateriaal levert dit niet op. We proberen het dus maar zo in ons hoofd op te slaan.

Rond een uur of 10 houden we het voor gezien en via een lunch in Chivay komen we laat in de middag weer terug in Arequipa. Wederom via dezelfde bergpass (4800 mtr). We checken in, in hetzelfde hotel en in de avond doen we niet veel meer. We gaan op tijd naar bed (2100 uur).

Zaterdag, 9 maart, zijn we rond 0800 uur ’s ochtends naar Cusco gevlogen. Het is een vlucht van circa 35 minuten, dus dat stelt niet veel voor. Cusco is een waar toeristenoord (de gateway to the Machu Picchu en de Inca Trail), dus dat merk je gelijk op het vliegveld. Rond 0930 zijn we in het hotel en na onze spullen gedropt te hebben maken we met de groep een korte orienterende stadswandeling. Via het main plaza is het makkelijk orienteren en ook hier zit een Starbucks. Alle Peru mokken hebben we al, dus we houden het gewoon bij koffie en nemen er wat lekkers bij. Na de koffie bezoeken we de Jezuitenkerk (aan het plaza), waar je vanbinnen helaas geen foto’s mag maken. Binnen is het wederom een en al pracht en praal (en heel veel goud(verf)). Zodra we het gezien hebben lopen we via het plaza weer terug naar het hotel. Daar begint om 1130 uur namelijk onze ‘Inca Trail predeparture meeting’. Best spannend en nu krijgen we er ook echt wel zin in!

Na de briefing pakken we al vast onze tassen. Je mag per persoon 5 kg in een door de organisatie afgegeven ‘duffel bag’ pakken. Oa. de matjes, slaapzakken en droge kleren gaan hier in. Een porter (tja, erg koloniaal allemaal...) draagt dit samen met nog circa 40 kg (oa. proviand, tent etc.) voor jou naar boven. Als dit geregeld is gaan we lunchen en na de lunch bezoeken we het Inca museum in Cusco. Cusco was wat de Inca’s de navel noemden, ofwel het centrum van hun (ooit) immense rijk wat zich over een groot deel van Zuid Amerika uitstrekte. De collectie is erg imposant en omvangrijk en min of meer chronologisch ingedeeld (wel zo makkelijk). Kortom: heel veel geschiedenis en veel artefacts uit die tijd (potten, pannen, beeldjes, schetsen etc.). Tevens hebben ze ook mooie foto’s van de Machu Picchu van rond 1912 (toen die net ‘herontdekt’ was door Hiram Bingham).

Na dit culturele uitstapje gaan we een paar honderd jaar dichter naar onze tijd, namelijk naar de kathedraal. Dit zijn eigenlijk drie kerken, die aan elkaar verbonden zijn (de kathedraal staat in het midden). Ook hier is het weer een en al pracht en praal. Alles is zeer goed en netjes gerestaureerd (oa. na meerdere aardbevingen). We lopen zelf rond (foto’s maken mag ook hier niet) en gelukkig hebben ze dit keer bordjes met Engelse beschrijvingen. De kathedraal is immens en met name de hoogte is erg imposant. Alle gewelven zijn gemetseld (drukbogen). Het priesterkoor is een waar juweeltje qua houtsnijwerk. Evenals het compleet zilveren altaar trouwens...

Genoeg cultuur voor een dag. We drinken nog een keer koffie en daarna gaan we naar de supermarkt voor supplies gedurende de Inca Trail. Terug in het hotel hebben we met de hele groep afgesproken om te gaan eten in het Hollandse eethuis hier in Cusco. Iris (onze tourleidster) is vandaag jarig (24 jaar) en ze komt ook uit NL, dus we hebben een goede reden om daarheen te gaan. Helaas zijn er maar 2 porties bitterballen, dus iedereen kan ongeveer 1 bitterbal ‘proberen’. Gelukkig zijn er echter ook andere typische ‘Hollandse’ dingen en nadat we dit aan iedereen hebben uitgelegd is het tijd om te bestellen. Er worden vrij veel kroketten besteld (broodje kroket met mosterd!) en daarnaast de nodige friet (patatje oorlog), een aantal pannekoeken en een enkele hutspot en zelfs een uitsmijter. De kroket is erg lekker (zelf gemaakt) ook al ligt ie op een hard broodje en zit er groente en sla tussen (dat hoort toch niet! Haha). Wij vonden het erg leuk en vooral lekker, de rest ook wel geloof ik. Rond 2200 uur liggen we op bed. Morgen begint DE Trail...

Zondag, 10 maart, staan we rond 0530 uur op. Om 0630 uur zitten we in het busje dat ons van Cusco naar KM 82, het traditionele begin van wat men de Inca Trail noemt, te brengen. De Inca’s hadden namelijk voor circa 25 000 km aan paden en wegen in hun rijk aangelegd om zich gemakkelijk van A naar B te kunnen verplaatsen. Het stuk wat wij gaan doen (circa 36 km) is slechts een klein stukje, maar het is het meest bekend omdat het eindigt bij de Machu Picchu en het onderweg een groot aantal Inca sites aandoet.

We ontbijten in het plaatsje Ollantaytambo en rond 0900 uur leggen we de laatste kilometers af naar KM 82. Een landslide (we zitten nog in het regenseizoen), heeft ongeveer een maand geleden een deel van de weg weggevaagd, dus het is een beetje een avondtuurlijke rit. Het startpunt zelf is niet meer dan een parkeerplaats een een poortje met een checkpoint. Per dag mogen er 500 mensen de trail beginnen (incl. Guides en porters). Dit betekend dat er circa 200 toeristen per dag aan de trail kunnen beginnen. De controle is zeer strikt en de ‘startbewijzen’ zijn ook niet overschrijfbaar (je paspoort wordt echt naast je ticket gelegd). Onze porters arriveren apart en als je ziet wat die gasten allemaal voor ons meesjouwen dan zijn zij echt niet van deze wereld. In totaal zijn ze met 14 man en 2 guides. Per persoon mogen ze maximaal 25 kg meenemen voor anderen (de tourorganisatie), naast hun eigen bagage. Per persoon komt dit dan toch nog neer op zo’n 40 tot 45 kg wat ze meesjouwen. Sommige nemen zelfs een gasfles (zo’n grote!) om op te koken op hun rug. Ik zeg je: probeer het maar eens...

Rond 1045 uur zijn we allemaal (12 personen) door het eerste checkpoint en over de brug: We zijn begonnen! De gidsen houden deze eerste dag de groep redelijk bij elkaar en 1 loopt voorop terwijl de ander achteraan als een soort bezemwagen fungeert. De oudste gids claimt dat hij de trail al zo’n 600x gelopen heeft (hij is als porter begonnen...) De 1e dag is vrij gemakkelijk. Er zijn kleine stukken omhoog maar over het algemeen is het vrij relaxed wandelen. De eerste Inca site die we tegenkomen is gelijk al erg indrukwekkend en tijdens een pauze vertelt de gids meer over hoe de Inca’s woonden en leefden. Na dit culturele intermezzo vervolgen we onze weg langs de Rio Cusichaca richting Wayllabamba, waar onze campsite voor de komende nacht is. Sommige stukjes worden al echt stijl en volgens de gidsen is dit een goed voorbeeld voor wat komen gaat. Morgen is namelijk volgens ingewijden de zwaarste dag.

De hoofdrivier (de Urubamba) volgen we nu niet langer meer en dus laten we ‘onze beschaving’ steeds verder achter ons. We komen nog wel steeds bewoners van deze bergstreek tegen met paarden en ezels en af en toe is het echt verwonderlijk dat deze mensen hier gewoon ‘wonen’ (in zo’n ruig en moeilijk begaanbaar gebied). We stoppen geregeld onderweg, oa. om als groep bij elkaar te blijven. Dit lukt redelijk, al is een zekere pikorder en line-up voor morgen al wel langzaam aan het ontstaan (het zijn steeds dezelfden op wie we moeten wachten).

De campsite voor die avond is nog zo’n 1,5 tot 2 uur vanaf de plek waar we lunchen. De lunch is overigens erg goed geregeld en van restaurant kwaliteit. Soep vooraf en daarna rijst met kip een een salade (met avocado, lekker!). Daarna krijgen we 20 minuten om met een kopje thee het voedsel te laten bezinken. Vervolgens lopen we nog zo’n 2 uur naar de campsite, waar we rond 1715 uur aankomen (gelukkig is het nog licht). De Afrika, we-slapen-in-een-tent, routine komt gemakkelijk weer terug en terwijl de rest van de groep nog wat onwennig om zich heen kijkt hebben wij de tent en de inrichting al weer op orde. Om 1800 uur volgt een snack uurtje (popcorn en toastjes) en rond 1930 uur wordt het eten geserveerd. Daarna tanden poetsen en naar bed. Rond 2030 uur zit onze eerste dag erop en gaan we lekker slapen.

Op maandag 11 maart, worden we rond 0530 uur gewekt met een kopje coca-thee aan onze tent. Ik zei het al: we zijn verslaafd! Snel onze spullen gepakt en rond 0600 uur hebben we een uitgebreid ontbijt, dat we ook wel nodig zullen hebben. Vandaag gaan we namelijk de klim maken naar 4200 mtr om de befaamde ‘Dead woman’s pass’ te passeren. ’s Nachts heeft het veel geregend en tijdens het ontbijt begint het weer te regenen, dus alle poncho’s kunnen gelijk uit de tas.

Rond 0700 uur passeren we het checkpoint waar onze papieren nogmaals gecheckt worden. Dit duurt even dus rond 0715 beginnen we dan echt met lopen. Vanaf nu gaat het alleen maar omhoog. Hier geeft gelijk iemand van onze groep het op (type: overgewicht + geen doorzettingsvermogen). Die zullen we niet missen en stiekem zijn we blij dat we daar vanaf zijn. Helaas zijn we daardoor wel een gids kwijt (zij loopt namelijk met de gids terug naar KM 82 en de gids komt daarna niet meer terug).

Goed. Klimmen dus, en hoe: heel veel trappen omhoog (kniehoge trappen, dat ook nog). Martina heeft helaas last van haar maag, dus die begint al niet echt top aan de beklimming. Rond 1000 uur bereiken we het laatste rustpunt voor de klim naar de top. Hier kopen we nog wat water en een energy drink (dit is tevens het laatste punt van de trail waar je iets kan kopen). Als we wat gegeten hebben besluiten we de klim dan maar te gaan maken en al snel is het ieder voor zich. Ik heb het niet heel zwaar, al is het conditioneel wel een flinke uitdaging. Met name ook omdat de lucht zo ijl is (minder zuurstof). Het weer valt gelukkig mee, het is inmiddels opgehouden met regenen. Het is wel een prachtige klim naar boven, vooral ook omdat je de pass de hele tijd kan zien (we zijn net mieren die een heuveltje opklimmen). Toch zijn er waarschijnlijk maar weinig van onze groep die tijdens de klim dit besef hebben. Iedereen is vooral met zichzelf bezig. We blijven zolang mogelijk met zijn 2-en bij elkaar, maar op een gegeven moment maak ik de klim alleen af en loop ik in mijn eigen tempo vooruit. Rond 1115 uur ben ik boven. Ik trek snel warme kleren aan en rond 1150 is de rest van het ‘fitte’ gedeelte (7 man, inclusief ons 2) van onze groep ook gearriveerd. Omdat het weer begint om te draaien en er erg koude lucht over de pass waait besluiten we met ons 7-en een groepsfoto te maken en daarna naar beneden door te lopen. Terwijl we afdalen (zeer steil) begint het hard te regenen en daardoor worden de stenen traptreden ook nog eens glad: een gevaarlijke combinatie dus (+ vermoeidheid).

Martina is het behoorlijk zat en laat dit ook blijken. Ik loop maar stug door en trek me er niet te veel van aan. Vanaf nu is het gewoon heelhuids beneden komen en zorgen dat je warm blijft. De poncho en mijn beenkappen houden mij behoorlijk droog. Ook over mijn ‘oude vertrouwde’ Timberlands heb ik niet te klagen. Zoals te verwachten valt duurt dalen altijd langer dan verwacht en gehoopt. Rond 1300 uur is de eerste campsite te zien en dat geeft moed. Rond 1315 druppelen we 1 voor 1 de campsite op. Redelijk gesloopt na deze intensieve tocht. De porters (de echte helden gedurdende deze dagen) zijn er al en zij hebben de meeste tenten al opgezet en ook de gezamelijke –eettent- staat al. De zon schijnt hier in het ‘dal’ (toch nog zo’n 3700 mtr) dus alle natte / vieze kleren kunnen mooi even drogen. Martina is ‘uit’, maar dat viel ook wel te verwachten. Ik voel me nog best ok en ben vooral benieuwd wat morgen nog volgt.

We trekken beide snel andere kleren aan en daarna gaan we met een deel van de groep lekker lunchen (er moeten er nog 3 binnenkomen). Als we rond 1600 uur even lekker gaan liggen komen zij ook aankakken. De gids vertelt ons later dat hij ooit een vrouw pas rond 2130 (in het donker!) heeft binnengebracht. Rond 1800 uur hebben we weer ons ‘borrel’ uurtje (zonder drank) met popcorn en scnacks. Daarna volgt wederom een diner van restaurant kwaliteit (hoe die gast dat maakt, het is mij een raadsel, echt kudo’s to the chef!). Echt een mooie en unieke dag! We gaan slapen rond 2030 uur.

Dag 3 van de Inca Trail, dinsdag 12 maart, begint hetzelfde als dag 2. Wederom gewekt met coca thee en rond 0600 uur is er ontbijt. Allebei hebben we best ok geslapen al was het wel wat koud vannacht. Rond 0710 vertrekken we, maar pas nadat de porters en wijzelf ons aan elkaar hebben voorgesteld (de oudste porter is 52). Zo leren we elkaar wat beter kennen. De meeste van hen zijn simpele boeren uit een van de dorpjes rond Cusco die dit doen om een zakcentje bij te verdienen.

Vandaag passeren we 2 bergpassen, dus het is de hele dag klimmen en dalen. Nu blijven we als groep bij elkaar, al lopen wel een aantal van ons soms vooruit om te zorgen dat het tempo er een beetje in bijft. Na een uurtje komen we aan bij de eerste Inca site van de dag: Runkuraqay. Een mooi rond gebouw dat perfect de vorm van de berg volgt. De gids legt uit dat de ‘tax’ in de Inca tijd eruit bestond dat je als gemeenschap een tijdje (bv. 3 maanden) mensen stuurde die op plekken als deze (een Inca controle / grenspost) een soort diensplicht vervulden. Zodra we verder naar boven lopen hebben we een veel mooier zicht op de ronde vorm van het gebouw. Na nog een uurtje lopen zijn we boven op de 2e pass van deze Inca Trail (0915 uur). Tussendoor passeren we nog een mooi bergmeertje.

De klim naar de 2e bergpass viel erg mee, ook al is de hoogte ook hier niet gering (3975 mtr), blijkbaar wen je eraan. We wachten tot iedereen boven is en daarna dalen we gezamelijk af naar de volgende Inca site (Sayaqmarka). De trappen naar beneden zijn het zwaarst (voor de beentjes en knietjes). Via een volgende kleinere Inca site (Qonchamarka), komen we aan op de lunch spot en hier volgt weer een uitstekende lunch. De plek waar we lunchen is een soort plateau dat voor de 3e pass ligt. Het is helaas weer gaan regenen als we rond 1300 uur vertrekken. De klim naar en over de 3e pass gaat een beetje op en neer en is minder zwaar dan de vorige 2, maar Martina voelt zich weerniet goed. Waarschijnlijk omdat er te weinig tijd is om de lunch te verwerken, dus halverwege de 3e pass maken we een kleine Emergency stop op zoek naar een zogenaamde Inca Toilet (de bosjes). Eenmaal boven is het erg mistig op de top dus een echt uitzicht hebben we (helaas) niet. Wel is het opgehouden met regenen. Af en toe is gelukkig toch een stukje van de volgende Inca site te zien: Phuyupatamarka.

Wederom volgen de befaamde ‘steps’ naar beneden. Omdat het weer is begonnen met regenen (echt keihard) is het wel een beetje eng. De afdaling mogen we gelukkig weer in ons eigen tempo lopen en wij gaan als een van de eersten naar beneden. Met een kopgroep van 5 bereiken we rond 1710 uur de campsite. Nu zijn we allebei wel redelijk af (hoe je het ook doet, het is redelijk slopend, de hele tijd trappen lopen). Wederom snel droge kleren aan, tent inruimen en rond 1800 uur volgt wederom het snackuurtje, het diner een uur later en vervolgens gaan we naar bed. Op deze avond is tevens de afscheidsceremonie met de porters: omdat zij morgen een andere route lopen en wij naar de Machu Picchu gaan zien wij ze niet meer terug. Ze worden uiteraard uitvoerig bedankt!

Op woensdag 13 maart, dag 190 van onze trip, staan we heel vroeg op. Midden in de nacht, zoals Harmen zou zeggen (en Martina is het daar uiteraard roerend mee eens). In het donker pakken we onze spullen en daarna hebben we rond 0400 uur ontbijt. Om 0430 uur beginnnen we met lopen (in het donker!). Het is slechts een klein stukje naar het checkpoint. Hier mogen we wachten totdat ze rond 0530 de eerste mensen doorlaten.

Het hele doel van het vroege opstaan is dat je vroeg bij het checkpoint bent en dus redelijk vooraan staat. De laatste dag wil iedereen graag als eerste de Sungate en de Machu Picchu bereiken voor een uitzicht zonder busladingen vol mensen.

Rond 0530 begint de rij te bewegen en vanaf dan gaan we weer op pad. Het regent weer, dus de poncho is weer aan. Er wordt behoorlijk hard gelopen ondanks dat het op sommige stukken niet al te veilig is (we horen later dat er in Januari dit jaar nog 2 mensen van de berg zijn gevallen en dus zijn overleden). Rond 0630 komen we aan bij de Sungate. Vanaf hier heb je normaal gezien het eerste zicht op de Machu Picchu. Het is echter behoorlijk bewolkt, het regent en het waait behoorlijk, dus echt veel zien we niet. We wachten op de rest van de groep en als die boven zijn dalen wij het laaste stukje af richting het laatste checkpoint. Het vaste fotopunt onderwerg slaan we ook over omdat het weer echt tegenvalt. Rond 0730 bereiken we dan echt de Machu Picchu. We zien niet al te veel omdat het behoorlijk mistig is.

We lopen door de uitgang naar buiten om eerst even op te warmen met een echt kopje koffie. Daarna begint rond 0830 onze guided tour over en op de Machu Picchu. Ook degenen die de trail niet gelopen hebben (een aantal van de groep) haken nu aan en zelfs onze ‘afvaller’ van dag 2 is er ook weer bij (zij zijn met de trein en bus naar de Machu Picchu gekomen).
De tour is erg informatief. Zo leren we dat de stad niet is gebouwd door de bewoners zelf, maar door ‘de bouwvakkers’ van de Inca’s. De retaining walls (terrassen) zijn voor een groot deel bedoeld om de berg te stabiliseren. De stad is ook hier op te delen in 3 delen: agrarisch (de grotere terrassen), religieus (tempels) en residential (de 800 tot 1000 vaste bewoners). Met name de tempels zijn prachtig en goed en solide geconstrueerd. Naadloos metselwerk, het natuurlijk volgen van de bestaande berg / rotsen etc. Erg fraai. Terwijl we er zijn wordt het weer steeds beter en de zon gaat zelfs weer schijnen! Het aantal toeristen neemt behoorlijk toe terwijl de ochtend vordert. We lopen het hele rondje en als laatste maken we nog een aantal groepsfoto’s (met de zon!) op het befaamde uitkijkpunt dat we ’s ochtends hebben overgslagen. Dat betekende uiteraard wel weer naar boven klimmen. Pfff.... En dat voel je na 4 dagen berg op en af! Maar de foto is prachtig ;).

Rond 1130 uur hebben we het wel gezien en nemen we de bus naar beneden. We stinken allemaal behoorlijk (4 dagen niet douchen), maar het had erger kunnen zijn. In het plaatsje beneden aan de berg (Agua Calientes) lunchen we met de hele groep en wachten we tot onze trein vertrekt. Om 1620 uur vertrekt onze trein en in circa een uur zijn we weer terug bij ons startpunt KM 82. Vanaf daar rijden we nog zo’n 30 min door en stoppen we te Ollantaytambo. Vanaf daar is nog zo’n 1,5 tot 2 uur met de bus, terug naar Cusco. Hier komen we rond 1945 uur aan. Gelijk lekker douchen en even snel iets eten (Noodles die we nog in onze tas hadden), en daarna lekker slapen!

Donderdag, 14 maart, maken we een tour door de Sacred Valley. Met dezelfde gids als de afgelopen vier dagen maken we nog een laatste tour langs enkele Inca sites. We beginnen echter bij een animal Sanctuary voor dieren die in de omgeving gered zijn omdat ze werden gehouden als huisdieren, in disco’s of zelf niet kunnen overleven in het wild. Hier zijn onder andere Puma’s, Papegaaien, de haarloze Peruvian Dog, Condors, schildpadden en lama’s. Vooral de Condors zijn erg cool omdat ze echt boven ons hoofd vliegen en je dan goed kan zien hoe enorm groot deze beesten zijn (wat we dus in de Colca Canon alleen van een grote aftsand konden zien).

De eerste Inca site waar we echt stoppen is die bij Pisac en hier lunchen we ook. Het koloniale dorpje is een behoorlijk toeristen bolwerk, dus dat is niet zo heel boeiend (meer). ’s Middags rijden we door de Sacred Valley, terug naar Ollantaytambo (waar we gisteren en 4 dagen geleden ook al waren). Nu bezoeken we ook hier de bekende en laatste Inca site waar we onder andere uitleg krijgen over hoe de Inca’s de steden bouwden en hoe ze de grote blokken steen vervoerden en schuurden. Verdere details zal ik jullie nu echter besparen. Rond 1915 uur ’s avonds zijn we weer terug in Cusco. We pinnen snel geld en daarna gaan we nog een keer weer eten in het ‘Holland House’ (alleen nu gezellig met zijn 2-en). Wederom bitterballen, friet en een broodje kroket. Erg lekker!

Vrijdag 15 maart, gaan we gelijk al weer verder met het volgende programma onderdeel: Een bezoekje aan de Amazone. Ons vliegtuig vertrekt rond 11 uur vanuit Cusco en zo’n 35 minuten later komen we aan in Puerto Maidonado (op ‘slechts’ 200 mtr hoogte). We hangen hier nog wat rond en bezoeken oa. de locale markt. Daarna pakken we een boot (zo’n lange halve banaan) en in circa 1,5 uur varen we zo’n 30 km stroomafwaarts naar onze Ecolodge. De rivier is erg breed en eigenlijk precies zoals je ‘m voorstelt (een continue bruine, snel stromende en erg brede rivier (tot 500 mtr breed)). De ecolodge ligt in een 10 000 ha groot reservaat wat ze in concessie hebben van de Peruaanse overheid. Ze zitten hier nu 17 jaar en ze hebben voor 50 jaar een consessie voor eco-toerisme. Alles is prima voor elkaar. De hutjes van de Lodge staan allemaal op palen en zijn ruim en best luxe ingericht. Hier zullen we 2 nachten verblijven.

Na de lunch maken we rond 1600 uur de eerste excursie in de Jungle. We bezoeken Monkey Island. Een soor apenheul, maar dan midden in de jungle. Apen kunnen hier naar toe worden gebracht om te recoveren (wederom gered als huisdier of uit het circus etc) en de jonkies worden weer terug in de ‘grote’ jungle geplaatst. Met name de grote zwarte Spider-monkey is erg imposant. Met zijn lange armen / benen en staart en zijn gracieuze bewegingen is het inderdaad de ‘Spiderman’ van de jungle. Hij komt erg dichtbij en gaat zelfs bij sommigen op hun hoofd / nek zitten (Martina ontwijkt het uiteraard). We lopen door naar de voederplaats en daar zien we er nog een aantal meer. In totaal zitten er hier op het eiland zo’n 35.

We varen terug en schuiven aan voor het diner (een buffet), dat prima voor elkaar is. ’s Avonds is er nog een krokodillentour, maar die slaan we over. We hebben er al genoeg gezien (en later horen we dat ze er geen zien, dus we hebben ook niet echt wat gemist).

Op zaterdag 16 maart, worden we vroeg gewekt (0500 uur). Na het ontbijt staan we al om 0600 uur klaar om met de gids een lange gecombineerde wandeling door de jungle te gaan maken. We beginnen met de boot en daarna lopen we hele stukken midden door het oerwoud. Toch wel fascinerend, ook al is het zo vroeg. De gids weet erg veel te vertellen over de flora en fauna die we zien. Erg interessant. Zie ook de enorm grote boom die we hebben gezien (500 jr oud). ’s Middags rond een uur of 12 zijn we weer terug bij de lodge en de rest van de middag nemen we vrij. Lekker even niets doen en een beetje slapen (Martina) of boekje lezen (Bas).

Vandaag, zondag 17 maart zijn we na opnieuw een boottocht van 2 uur door de Amazone ’s ochtends teruggevlogen naar Cusco. Vandaag staat er niet bijzonder veel op het programma (ook wel eens lekker). Morgen vertrekken we met een (dag)bus naar Puno en Lake Titicaca.

Langzaamaan komt dan het einde van onze trip steeds dichter bij. Vanuit Puno gaan we nog naar La Paz (Bolivia) en dan zit het er voor ons praktisch al op. Nog een week, en dan gaan we naar huis. Ongelooflijk!

Ofwel, nu echt: tot snel!

Liefs Martina en Bas

  • 17 Maart 2013 - 21:20

    Kirin:

    Lieverds, wat een verhaal weer :) bizar idee dat jullie al zo lang weg zijn, en (hoera!) alweer bijna terug komen!

    Geniet van de laatste dagen en tot snel!!

    Xx kirin

  • 18 Maart 2013 - 18:33

    Lucia Martina:

    Lieverds,

    als jullie "thuis" komen ben je aan "vakantie" toe. ik schat zo in dat martina een week minimaal moet bijslapen. jullie werelddelen reis leek op enig moment een ware "kruistocht". wat een inspanningen hebben jullie verricht om al dat moois te zien, niet te geloven, alleen dat al zul je je leven niet vergeten. a propos alpaca's: daar hoef je niet voor naar Zuid-Amerika die hebben we ook in Losser.... ha ha .... ja echt waar!
    niet te geloven dat het al bijna voorbij is en jullie volgende week om deze tijd al weer in nederland zijn.
    liefs,mama

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Martina & Bas

Actief sinds 22 Maart 2012
Verslag gelezen: 998
Totaal aantal bezoekers 41141

Voorgaande reizen:

05 September 2012 - 28 Maart 2013

Wereldreis

Landen bezocht: